Door Belinda van der Horst
Artikel verschenen in de Stad Nijkerk op 8 augustus 2007
NIJKERK - Na 75 jaar was het toenmalige motorsleepbootje Havendienst Nijkerk,
uit 1927, even weer terug in Nijkerk. Het bootje, dat nu Zeldzaamheid heet, was
van 1927 - 1932 eigendom van de gemeente Nijkerk. Het bootje moest toen de
plaatselijke baggermolen verslepen om de Arkervaart versneld op diepte te kunnen
houden. Na de verkoop heeft het bootje 25 jaar boten gesleept op de Drentse
Hoofdvaart. De huidige eigenaren van het bootje, Eddie Douma en Marja Goud uit
Hoogezand (Groningen), zijn eveneens in het bezit van de Hasselteraak
Dankbaarheid uit 1908. De aak heeft omstreeks 1960 jarenlang samen met het
sleepbootje als opduwer gevaren.
Â
Het sleepbootje arriveerde op 1 augustus jongstleden in de havenkom van
Nijkerk en trok veel bekijks. Het was dan ook heel bijzonder om het bootje op
haar voormalige plaats van bestemming te zien. Hoewel het volop vakantietijd is,
was de havenkom nagenoeg leeg. ,,Oude schepen zouden hier ? of twee dagen gratis
moeten kunnen liggen. Dan heb je steeds wisselende schepen in de haven liggen
oppert Marja. Het is de eerste keer dat ze met hun bootje op vakantie zijn. Ze
doen alle plaatsen aan waar het bootje vroeger gevaren heeft. Het is leuk om te
zien dat ons bootje in Nijkerk gevaren heeft, zegt Marja. Onderweg hebben ze nog
een bijzondere ervaring als opduwer opgedaan. Vanuit Hasselt heeft het bootje
een museumschip uit Rotterdam opgeduwd.
Â
Kromhoutschroef
Het is echt pionieren op het bootje. De
motor neemt bijna alle ruimte in beslag. Het piepkleine voorondertje fungeert
als leefruimte. Er wordt nog een stuurkap op het bootje gezet. Als het regent
hoeft Marja dan niet meer de paraplu boven het kooktoestelletje te houden als ze
gaat koken. Er staat een Kromhout M1, Gloeikop, 22 EPK uit 1933 in het bootje.
De oorspronkelijke motor, een Kromhout M1 uit 1927, moet gereviseerd worden en
zal als reservemotor gebruikt worden. De huidige motor is afkomstig uit de
klipper Emanuel, de laatste vrachtzeiler van Nederland. Het toeval wil dat de
klipper sinds 2002 Groningen als thuishaven heeft. De klipper heet nuNicolaas Mulerius en is eigendom van
studentenzeilvereniging Mayday. Saillant detail is dat onder de vloer van het
vooronder van de voormalige Emanuel de oude Kromhoutschroef van het sleepbootje
bleek te liggen. De schipper had deze als reserveschroef aan boord. De schroef,
met het Kromhoutlogo er nog op, is nog behoorlijk gaaf. De
Studentenzeilvereniging was bereid de schroef aan Eddie en Marja terug te geven,
zodat deze weer bij de Kromhoutmotor is.
Â
Liefde
Eddie en Marja zijn beiden werkzaam in het
Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen, waar ze elkaar hebben leren kennen.
Eddie is behoudsmedewerker en Marja doet de educatie, communicatie en PR. De
liefde voor het varen is Eddie met de paplepel ingegoten. ,,Ik ben geboren in
Harlingen. Mijn familie heeft altijd op sk?s gevaren. Ik was altijd op de haven
te vinden. Ik wist dat er een sleepbootje bij de Hasselteraak was geweest. Ik
heb het bootje gevonden en gekocht, vertelt Eddie. In 1991 kocht hij de
Hasselteraak, waarop hij nog een poosje heeft gewoond. Marja heeft middels
stages in maritieme musea en haar baan in het Scheepvaartmuseum ook interesse
voor de scheepvaart ontwikkelt.
Â
Baggermolen
De voormalige Havendienst Nijkerk is in 1927
gebouwd bij N.V. C.Appelo Scheepswerf te Zwartsluis, in opdracht van de gemeente
Nijkerk. Deze heeft het bootje van 1927 - 1932 in eigendom gehad. Het bootje
moest de plaatselijke baggermolen verslepen om de Arkervaart versneld op diepte
te kunnen houden. De Arkervaart was voor Nijkerk de enige verbinding met de
Zuiderzee. Deze zeeverbinding slibde te snel dicht waardoor de grotere schepen
de haven slecht konden bereiken. De baggermolen werd dat jaar omgebouwd van
handbediend naar gemotoriseerd. Tevens werden er twee onderlossers besteld die
ook door het sleepbootje versleept moesten worden. In die tijd waren de
vrachtschepen nog zeilschepen en de Arkervaart was vaak niet bezeild. De
sleepboot werd ingezet om schepen van en naar de zeesluis te slepen. De
bedoeling was dat de sleepboot assistentie zou verlenen bij calamiteiten op open
zee. De sleepboot bleek niet geschikt voor deze taak op zee omdat het te weinig
vrijboord had. De gemeente verkocht om die reden de boot in 1932.
Â
Drentse Hoofdvaart
De nieuwe eigenaar van het bootje was
Harmannus de Vroome uit Smilde. Hij heeft het bootje gekocht in Hardinxveld via
een advertentie in de Schuttevaer van 15 februari 1936, die luidde als volgt:
Gevraagd: motorsleepbootje, 20 - 25 pk, liefst gloeikop. 8 - 10 meter, met
woning, of casco in goeden staat. brieven onder no. 178 aan Bureau Schuttevaer
te Assen. De Vroome noemde de sleepboot Martha. Hij ging op 18 april 1936 varen.
Het verhaal ging dat de Martha in de Tweede Wereldoorlog enige tijd
geconfisqueerd was door de Duitsers. De Vroome woonde jarenlang in het
voorondertje van het bootje en sleepte vooral schepen over de Drentse
Hoofdvaart.
Â
Opduwer
In 1961 kocht Eppo Wieringa uit Groningen het
sleepbootje van De Vroome om het te gebruiken als opduwer bij zijn Hasselteraak
Dankbaarheid. Wieringa voer met zijn schip regelmatig langs het bootje en had er
al een tijd een oogje op. Het inbouwen van een motor in het schip kostte te veel
geld en laadruimte. De oplossing van een opduwer was eigenlijk al achterhaald op
het moment dat het sleepbootje werd gekocht. Een offici? naam had het bootje in
die periode niet. Eind jaren 60 meert Wieringa af in Groningen en vond een baan
aan de wal. Hij bleef op de Dankbaarheid wonen tot in de jaren 80.Vervolgens lagen beide schepen nog tien jaar lang
in de Zuiderhaven voordat ze doorverkocht werden.
Â
Hasselteraak Dankbaarheid
 Eddie is sinds 1991
tevens eigenaar van de Hasselteraak Dankbaarheid uit 1908. De Dankbaarheid,
lengte 23,72 meter, is gebouwd bij werf De Boer in Oude Pekela onder de naam
Vrachtzoeker. Het schip werd gebouwd in opdracht van Wolter Slik. Hij verkocht
het schip in 1919 aan Drewes Wieringa uit Groningen. Van 1919 - 1991 was de
Dankbaarheid in bezit van de familie Wieringa uit Groningen. Eerst voer Wieringa
met de aak, onder andere met aardappelen, aardappelmeel, lijnzaad, ma? bieten en
stenen. Zijn zoon Eppo kocht in 1959 de aak van hem over. De mast en het mastdek
werden van de aak verwijderd omdat de verlader het schip met een grijper moest
kunnen lossen en laden. Het ruim werd tot aan het voordek doorgetrokken door de
dekken om te vouwen tot den (de constructie van liggers (leggers) en luiken van
een vrachtschip).
Scheepswerf Wolthuis
Nagenoeg het hele archief van de 80
jaar oude Havendienst Nijkerk is bewaard gebleven bij de gemeente Nijkerk,
waaronder een aantal foto,s. Wij hebben het originele bouwcontract als
uitgangspunt voor de restauratie genomen, vertelt Eddie. Hij heeft samen met
Marja en werfbaas Roel Wolthuis het bootje gerestaureerd op de Historische
Scheepswerf Wolthuis in Hoogezand - Sappemeer. Daar bevinden zich nog oude
machines en gereedschappen uit omstreeks 1900. Het was een voorrecht om het
bootje daar te restaureren. We hebben er een vak bijgeleerd, zegt Marja. De
restauratie van het zwaar verwaarloosde bootje nam zes jaar in beslag. Sinds
twee jaar wordt de Dankbaarheid eveneens op de werf gerestaureerd. De
verwachting is dat de restauratie over een jaar kan worden afgerond. Zowel het
sleepbootje als de Hasselteraak worden teruggebracht in de staat waarin zij
samen omstreeks 1960 vracht vervoerden. Het sleepbootje heeft inmiddels de
status van Varend Monument gekregen. We zijn niet alleen met schepen bezig. Je
moet af en toe ook genietenzegt Marja tot besluit. De terugreis van Nijkerk naar
Groningen neemt zes dagen in beslag, want het bootje vaart 6 km per uur. De
restauratie van het sleepbootje en de Hasselteraak zijn te zien op de website,
die door Marja wordt beheerd.
*Informatie en beeldmateriaal van de Zeldzaamheid uit de periode Nijkerk is van harte welkom. Tel.: 06 - 22275233 of www.zeldzaamheid.nl